Het ikje

onder een hemelsblauwe lucht
in het grasgroenig gras
lijkt een ikje langzaam te ontwaken
ze proeft van de verbazing
kijkt verwonderd in het rond
alsof een begrijphetnietje
stilaan leert begrijpen

al haar grijszwarte spinsels
kleuren plots verrukkelijke gouden draden
ogen zijn speelmakker van de schaduw
maar de zon lacht vrolijk en stuurt warme stralen

en ergens in een boom springt een merel van een tak
spreidt haar vleugels en vliegt de vrijheid tegemoet
het ikje heeft haar masker afgedaan
de loodzware mantel naast zich neergelegd
als een merel pikt ze van de graantjes van het leven

           ©   Merel

 

Een knipoog naar je woorden

ik stuur een knipoog naar je woorden
heet ze welkom
zie hoe ze ongeduldig trappelen
vol verlangen verkennen ze de nieuwe weg

ik zie hoopvol in hun ogen
alsof ze spreken en zeggen
die eerste stap voelt goed

nog ietwat kleintjes
mogen ze voorzichtig groeien
een beetje tasten
en verkennen

tot ze als een bloem
ontluiken
en de kelk in geur en kleur
pronkt met woorden
om te lezen
en te herlezen

woorden
van jou

voor mij
zo blij

  ©    Merel  

 

Een goed gevoel

ik rust in de zetel van gezelligheid
voel me geborgen in de armen van de troost
en krijg kriebels van het goed gevoel
de vriendschap dekt me toe met tederheid
en vlakbij staat de liefde te blozen

het treuren heb ik in de hoek gezet
met mijn verdriet kan ik leven
en de pijn kus ik vaarwel
ik nestel me in de vleugels van de toekomst
en begroet heel intens mijn grote droom

                ©  Merel

Bijna uitgeteld

bijna uitgeteld
liggen ze te verzuren
de rugzak is gepakt
haar woorden
opgebrand
zien het niet meer zitten

zo moe van het verzinnen
zinnen kneden tot een juiste zin
pakken ze alles bij elkaar
zoeken een andere vrouw
die geen tranen schreit
en te veel woorden verspilt
aan het kraakwitte papier

geef me nog eens kans
mompelt ze
ik schrijf een super gedicht
de wereld wordt weer fantastisch
er komt warmte in de ziel
en vrede in de mens

       ©  Merel

Het onbekende

nu hij zich neervlijde in de zetel van de rust
schopte hij opgelucht zijn schoenen uit
en ademde de lucht van het bekende

dromenland kwam hem halen
en suste hem in het goed gevoel
zodat hij veilig sliep in het warme bed
tot plots ontwaken naast hem stond

hoor je wat ik hoor ?
vroeg wakker maken

bonzend hoorde hij het lawaai
in zijn schoenen stappen
de voeten holden vliegensvlug
en het lichaam kon niet anders dan volgen.

hij moest wel mee, willen of niet
de weg terug naar het onbekende

             ©  Merel

Ik hield van jou

ik hield van jou
het klinkt cliché
maar toch ik had je lief
je was mijn redder in de nood
de trooster van mijn boze dromen
verzorgde vol liefde mijn kapotte knie
en hoe dikwijls maakte je niet speciaal voor mij
gebakken aardappeltjes met tonijn
je hielp me als het nodig was
zo veel deed je voor mij
maar vooral was je mijn moeder

nu ik zelf moeder ben
denk ik nog veel meer aan jou
ik mis je iedere dag
en heel soms vraag ik me af
hield ik wel genoeg van jou
misschien deed ik je wel eens pijn
dacht ik het beter te weten
zei ik je niet genoeg "ik zie je graag"

nu mijn hart schreeuwt om het jou nog eens te zeggen
weet ik niet of mijn woorden een bootsman vinden
want veel te vroeg ben je aan de overkant gaan wonen

                  ©  Merel

 

Het kan gebeuren

het kan gebeuren op een doodgewone dag
(en achteraf denk je waarom nu juist op dat moment)
dan sta je op met een goed gevoel
je springt in de zotte kleren
en het lijkt alsof
neen echt
je voelt je een heel klein beetje gek

je maakt van die rare sprongen
tracht een gat te boksen in de lucht
je koopt blits gekleurde luchtballonnen
zie ze vliegen naar die malle zon

je stille ik blijft heel verlegen
deftig naast je ik-je staan
ze probeert je te volgen maar aarzelt even
en jij maakt van die tuimelingen en bent weg

je praat over kilometers vreten
in je gekke bui zie je applaus mannetjes langs de baan
ze roepen en ze schreeuwen
maken je gewoonweg superactief

maar eentje staat met beide voeten op de grond
blijft nuchter en zegt al lachend

je lijkt wel knettergek

             ©  Merel

 

Paniekaanval

wat in de herinnering blijft plakken
zijn de flarden van paniek
ogen schieten uit de kast en rollen
als verdwaasde bollen op de grond
wilde man schreeuwt onmacht uit
en handen slaan in het wilde weg
de kleur heeft zich vergist, grijs grauw
en dan weer wit , vreemde dingen
spoken in zijn hoofd
het voelt als ontploffen
en snerpende klanken
gillen : stop – ik kan niet meer

uitgeput ligt hij in een plas van zilte tranen
ogen kruipen in het lichaam
en de rust likt aan zijn wonden

           ©  Merel

Gedacht

ze had echt gedacht
dat het huis vol belangstelling
op haar stond te wachten
maar aan de drempel
zag ze reeds hoe de deurmat
met grote afgeveegde letters
geen interesse schreef

nieuwsgierig had zich van huis vergist
misschien was hij toevallig bij de buren
de voegen sprongen uit de vergeten woorden
en stilte was zo akelig dichtbij
de woning met zijn hart van steen
voelde koud en kil
zelfs ijskoude klanken
deden alsof er niets was geweest

toch was er iemand
die haar met een glimlach begroette
heel toevallig
toen ze in de spiegel naar het zelfvertrouwen keek

                    ©  Merel

Begrijpen

wat als je begint na te denken
en je voelt dat je gedachten
zo verwarrend zijn
niet te vergelijken
met die van iemand anders

je probeert je in te leven
in de gevoelens van het beleven
maar ze botsen met je zijn
en kwetsen je
met de vleugels van de pijn

je raakt verstrikt in het onbegrepen zijn
loopt verloren rond
en praat op hol geslagen woorden

kon je alles maar begraven
verpletteren tot fijn gemalen spijs

ergens zoek je naar een plantje
dat wortel schiet in het begrip
je droomt van vruchten plukken
en begrijpen hoe de wereld rondom je draait

               ©  Merel