Nog even

nog even dan dicht een vrouw haar woorden dicht
mogen ze sluimeren in zinnen
die rustgevend andere oorden zoeken

dan klapwiekt ze in de wolken
begroet het ochtendlicht
dat mijmerend haar gedachten streelt

ontdekt ze hoe tussen het zand
poëzie verlangen naar haar kijkt
koestert het heel dicht bij haar
en neemt het mee
tot letters weer speelse woorden kneden

                  ©  Merel

Vraag me niet waarom

vraag me niet waarom ik naar je woorden hunker

als een stergefluister
worden ze geboren in het duister van de nacht
als een aarzelend iets komen ze dicht bij mij
en ik voel hoe verwarring ademt in mijn kamer

vraag me niet waarom je in mijn gedachten wandelt
vertrouwen in de stoel naast mij gaat zitten
in het diepste van mijn ziel mag kijken
en zonder schroom mijn ik aanraakt

vraag me niet waarom
morgen liefkoos ik weer een dag

en sta ik je op te wachten

            ©  Merel

Liefdesbliksem

je verleidt me met gloeiende zinnen
neemt me mee in een donderwolk van emoties
het weerlicht in je ogen 
knettert een hartstocht niet te stillen

de geur van bliksem schroeit mijn huid
en het zwoele van de avond verbrandt zich
aan de vonken die mijn vrouw zijn uitpluizen

                     ©  Merel

Je dichtte voor mij

je dichtte voor mij de vrouw
die uit haar bedding stapte
met in haar schoot de poëzie die je bevruchtte

je liet me dansen in het maanlicht
ademde levenslinten
die zuurstof slierten nevelden
kleurde mijn weerspiegeling
met letters die mijn ik begrepen

nu je ontredderd ploetert in je stroom
overstuur de oever niet meer ziet
wil ik je dichten in wat warme tinten
en stilzwijgend tot bij je komen

          ©  Merel

Ze daagt de zomer uit

ze daagt de zomer uit
heeft wat speelse blikken in haar handen
en de jurkjes
– te warm  gedicht –
liggen netjes langs de kant

ze kleedt het naakt verlangen aan
hoe ondeugend is de wind
die met intieme honger gluurt
en als hete vingers langs haar lichaam glijdt

ze verzint een oever
waar de geur van maanzweet zich verfrist
zijn gloed straalt liefde zo doorschijnend

en in het zwoele van hun zinnen
duiken ze in de vijver van verzengende hitte
ontvlechten ze de schroom
die gisteren nog mijmerend wat sterren plukte

                ©  Merel

Met een mijmerende blik

met een mijmerende blik
raapt ze golfslagen op
die als een windverhaal
in de branding schrijven
hoe een vrouw voetstappen dicht

hoe ze indrukken achterlaat
sporen korrelwoorden fluisteren
meeuwen een zandbank openen
en wat warmte voor haar parelen

liefdesdruppels als glinsterende vleugels
bewegen in het blauw
en duinkusjes van in de verte op haar roepen

               ©  Merel

Je vleugelt maanrood

je vleugelt maanrood
spiegelt zeeblikken open 
en golfzinnen wiegen een avonddroom

nog even 
dan tooit een vrouw zich 
in het bruidskleed van de liefde

belichten vuurvliegjes de weg
daar waar duinwoorden
haar staan op te wachten

je dicht voor haar een bed van poëziebeelden
die verleidelijk naar haar kijken

vanavond lees je in haar blikken
stapt ze uit haar meisjesjurk
en wordt ze eindelijk vrouw

          ©  Merel

Naakt verlangen

je neemt mijn naakt verlangen gretig in je armen
en je vingers vlechten schokgolven
die als een slang kronkelend mijn buik verkennen

aan je lippen hangen woorden
als rijpe vruchten
mag ik ze plukken

of ik met jou een duinbed dicht
of liever onder de schaduw van de appelboom
met de bloesems van de liefde speel

je wiegt me in je zinnen
noemt me liefste voor altijd
en onder het maanrood van de avond
vuren we vonken als nooit voorheen

                 ©  Merel

Dicht in het transparant

vanavond dicht ik je in het transparant
het wordt een zwoele nacht
en ik kleed me langzaam voor je uit

doorwaadbaar
ga ik baden in je ziel 
droog me af in een van je binnenkamers

zal ik me in een handdoek wikkelen
of heb je liever dat ik heupwiegend je verleid

het lijkt alsof je boezems blozen
en binnen in je galopperen tonen
als op hol geslagen honger

ik laat alles voor je vallen
en kom met een naakt verlangen tot bij jou

            ©  Merel

Voor Petra

vandaag benevel ik een doodse stilte
met de herinnering aan jou
terugblikkend naar de dag zo lang geleden
toen je haar schoot verliet

ik dicht gaten in de wolken
vraag me af of je het snapt
en heel even van daarboven
een blij gezicht knipoogt naar mij

ben je nog steeds het kleutertje van weleer
maak je nu gekke sprongen in de wolken
voel je je speels en uitgelaten
zing je vrolijk mee met een windbries

of  groei je daar verder tot een vrouw
die hier haar meisjesjurkjes achterliet

ik staar weemoedig naar de blauwe lucht
en hoop een glimp van jou te zien

                  ©  Merel