Een droom ontkleed

ik heb een droom ontkleed
verbrand me bijna aan vurige hartstocht
dat met een lieflijk gebaar
hitsige vonken oprakelt

en twee geliefden
badend in het meer van tederheid
voelen onstuimige liefde bruisen
bewegen zonder schroom
als verhitte minnedichters
gulzig slurpend van de bubbels van genot

            ©  Merel

De spiegel

er is de spiegel van mijn ziel
die emoties weerkaatst
me laat zien hoe de moeder in mij
schuldgevoelens van zich afschudt
de pijn de andere kant opstuurt
en het verdriet niet meer in de ogen kijkt

ik ontmoet de weg van verder gaan
gesterkt roept de vrouw naar mij

moeder en vrouw
samen hand in hand
drinken ze uit dezelfde beker

      ©  Merel

Tranen van een dichter

waarom de dichter huilt
vraagt men zich verwonderd af
er zijn gekwetste woorden
die maan verduisterend
in zijn gedachten zweven

en een holle nacht
die eenzame wegen bewandelt
geen zachte ondergrond
alleen ijskoude werkelijkheid

er is de kamer die weemoedig zucht
kilte die vertwijfeld van de muren valt
en het bed dat met gebogen schouders
zijn verdriet niet meer kan dragen

hij telt verweesd de slapeloze nachten
nu zelfs het dichten geen tranen droogt

            ©  Merel

Mijn dromen

wat ik met mijn dromen doe
ik kleed ze netjes aan
het voelt alsof straks heel bijzonder wordt

ze popelen van ongeduld
willen mij verwennen
kleuren alvast de nacht
in tinten hemelsblauw
met hier en daar een streepje wit
en een zon die verrassend
samen met de sterren staat de dansen

ze hebben  het kussen voor me opgeschud
het dekbed half open gespreid
en lakens ruiken naar een zomerse avond
gedrenkt in geuren van lavendelstruiken

ik wikkel me in het verlangen
mijn ogen worden reeds wat loom
ik ben wat dichter bij mijn droom
zo dicht dat een schakering van het licht
me minnend meeneemt naar het bovenaardse
en op een wolk van gesponnen tederheid
speel ik met de stralen van het pas geboren licht

              ©  Merel

Geen woorden

ik vond geen woorden
die stilzwijgend naast me kwamen staan
samen met me keken naar dat
wat oogminnend me zo beroerde

ik zag een band van licht
die heel teder de wolken kleurde
als een schilder die met een penseel
de juiste tinten zoekt om dat te verhalen
wat op zijn netvlies staat gebrand

ik was ontroerd door het magisch lichtinval
voelde me plots klein in grootse van het zijn
ademloos vergat ik alles om me heen
er was alleen het licht en ik
en de wolken laag hangend en zo bijzonder

             ©  Merel

Iets in mij

het kan niet anders
iets dat met een zachte huiver 
met trillende snaren mijn innerlijk bespeelt
vertelt me
dit is mooi en heel bijzonder

alsof er iets komt vallen uit de lucht
dat zachtmoedig op een wolkje
dromend naar beneden kijkt
denkt ik heb lang genoeg gemijmerd
het wordt tijd dat ik haar emoties streel

en als een dauwparel komt ze naar beneden
gedreven door een hemelsblauw verlangen
dat vertederende ogenblikken schildert
en liefelijk mijn ziel verwarmt

iets in mij zegt me dit is goed
en wortels verankeren met mijn ik
groeien tot een verwonderd open bloeien
zo blij dat ik er ben
een stipje van het immense zijn

          ©  Merel

Weet je jij

weet je jij
ik heb wat liefs voor je meegebracht
zo maar wat woordjes
die begrijpend tot je komen
je willen zeggen hoe ik aan je denk vandaag

en ik weet het wel
het voelen dat jij nu voelt
ik probeer het met je te beleven
maar dat intense heel diep in jou
ik kan alleen maar gissen wat het is
een stukje van je zijn
dat je zo bijzonder maakt

en weet je jij
er is geen zon vandaag
alleen wat malse regen
die zachtaardig druppels brengt
denk je ook dat het zo moet zijn
wat voedsel voor een bloemetje
zodat het mooi en sterk wordt
en vertederend kan groeien

weet je jij
wat ik je zeggen wil
ik breng gewoon wat liefs van mij
wat liefs van mij voor jou

          ©   Merel

Rimpelwolken

ik zag wolken rimpels schrijven
wist niet goed wat ze bedoelden
het water was nog helder blauw
en de vissen die er zwommen
ik kon ze tellen alsof ze zo maar langs me liepen

maar de woorden die niet luchtig keken
nu grijs somber de hemel kleurde
ik kon er geen betekenis aan geven
zocht in de weerspiegeling van de zee
of iets
al was het maar een speelse golf
een glimlach bij me bracht

en het benauwende dat me zo beklemde
als een snoer dat niet verder kon

ik zocht zinnen die zin dichtend
wat poëzie tot leven brachten
en wat kracht om los te rukken
dat wat knijpend me bijna verstikte

                ©  Merel

Beelden

ze heeft beelden in haar hoofd
die gretig in haar letters grabbelen
zodat woorden schakels vormen
en zinnen schrijven
dat wat verhalend als een weefgetouw
iets schept dat adembenemend
de eeuwigheid zal overleven

ze denkt aan straks of morgen misschien
dan laat ze eindelijk los wat ’s nachts
als niet te blussen haar slaap verstoort
of wat ze meeneemt in haar onderweg
opstapelt als nog te kneden gedachten
en heel zeker niet mag vergeten

ze kijkt  geestdrift in de ogen
leest verschrikt hoe de inspiratie stilaan warmte verliest
nog even en hij laat haar koudweg in de steek
lieflijk vraagt ze om nog wat geduld te hebben
ze rent alvast de tijd voorbij
en vraagt of hij even stil wil blijven staan

               ©   Merel

 

Maangeest

dat maangeest wel voor haar zou zorgen
liefdevol de ogenblikken omdraaide in haar verhaal
fluisterend aan die ene ster vertelde
hoe ze zou drijven op een wolk van genieten

dat hij haar meenam naar zon overgoten dagen
haar liet proeven van zichzelf ontdekken
op het pad dat voor haar was uitgestippeld
langs het water dat golvend met de rotsen stoeide

dat ze in het donker zocht naar een teken van licht
alleen een sikkel zag die stilaan wat groter werd
begreep hoe ook zij nog groeide
als ze maar geloofde in de kracht van het nu

dat alles ankerde zich in haar ziel
rotsvast wist ze dat maangeest haar wel beschermde
stralen van genegenheid naar haar stuurde
en minnestrelend zei je bent nooit echt alleen

                  ©  Merel