Winterjas

Het duurt veel te lang
Zucht een winterjas
Ik ben zo moe
Wil zo graag wat rusten
Opgeborgen in de kast
Ik hoor het zuchten van andere jassen
Hoe zit het met de lente
Misschien moeten we haar wakker schudden
Is ze de tijd vergeten
Dan kunnen we eindelijk aan onze zomerslaap beginnen

Micheline Cuypers

Ik dicht

Ik dicht een blauw verlangen
Met groene letters van ontwaken
Te lang in slaap gewiegd
Dromend van een nieuw begin

Micheline Cuypers

Ik dicht een blauw verlangen
Met groene letters van ontwaken
Te lang in slaap gewiegd
Dromend van een nieuw begin

Micheline Cuypers

Mag ik

Mag ik een zilverdraad zijn
Aan je tak zo moe getakt
Ik zal zachtmoedig zijn
Je groeven omarmen
Met het mooiste van mijn ik
Wat fijn gesponnen mijmeringen
Geweven in een kanten kleedje
Droom ontvankelijk
Wachtend op het juiste licht inval

Micheline Cuypers

Op het spinrag

Op het spinrag van een pas gesponnen zilverdraad
Rekt ze zich uit
Als een mijmer parel
Verlangend naar de nieuwe dag
In de stilte van de prille ochtend
Ontvankelijk voor dat wat komt
Speelt het licht doorzichtig met haar zijn
Je bent zo mooi fluistert het web
Zo hart verwarmend
Ik zie in jou de glinstering van een glimlach druppel
De kristal liefde van het roerloos samenzijn

Micheline Cuypers

Verlegen

Verlegen
Nog niet goed wetend
Wordt het licht wat sterker
Achter de wolken droomt de zon
Hoopvol in haar gemijmer
Is ze sterk genoeg
Kan ze stralend haar glimlach schenken
Of kan zwaar beladen het niet meer aan
En ontsnappen regendruppels als uitlaatklep

Micheline Cuypers