wie ben je vraagt een meeuw
ik heb je hier nog niet gezien
je bent zo klein
zo broos
je beeft
met je transparante vleugels
half weggedoken in een schelpenhuisje
ik zie een traan
ben je soms bang of heb je verdriet
ik ben een elfje uit het verre sprookjesbos
een dochtertje van de lieve elfen fee
ik was wat uitgelaten
speels en dacht niet na
ik speelde haasje over met de wolken
tot ik plots zo moe werd
heel even rustte tussen zachte watten
plots werd ik wakker in het zand
ik weet niet waar ik ben
zo veel water heb ik nog nooit gezien
ik wil naar huis maar weet niet hoe
ik mis de wind die met de bomen speelt
de kabouters in hun rood wit huisje
mijn vriendjes om mee te spelen
vertrouw me maar fluistert de meeuw
ik neem je mee naar de branding
samen luisteren we naar de boodschap van de zee
hoor je het lied dat ze voor ons zingt
zie je hoe lichtstralen met de golven stoeien
ik begrijp wel wat ze ons vertellen
er is een plekje voor jou tussen mijn vleugels
ik breng je terug naar je sprookjesbos
de wind toont ons wel de juiste weg
© Merel