je loopt alleen
in een regen van verdriet
een jas ben je vergeten
raar, maar je voelt het niet
de regen is je maatje
je vriendje voor een dag
nu mag je even huilen
niemand die het ziet
© Merel
je loopt alleen
in een regen van verdriet
een jas ben je vergeten
raar, maar je voelt het niet
de regen is je maatje
je vriendje voor een dag
nu mag je even huilen
niemand die het ziet
© Merel
het sprookje kuste haar wakker
met de lippen van de prins
slaapdronken wreef ze
het zandmannetje uit haar ogen
niet begrijpend keek ze in het rond
elfjes dansten op de vleugels van de vlinders
en floten het lied van goede morgen
kaboutertjes van de ijver
kuisten haar gedachten tot gevoelens van intens geluk
met het toverstokje in de hand
deelde de fee haar lieve wensen uit
aan de feestdis van het genot
leste het sprookjesbos zijn dorst
alleen de boze heks was veroordeeld
tot levenslange eenzaamheid
want in dit sprookje hoorde ze niet thuis
© Merel
nog een laatste maal zag ze
hoe de eenden watergolvend
in de rivier van kalmte zwommen
de brug heupwiegde boven het water
en twee reigers vlogen boven in de lucht
de rust verteerde haar spinsels
met zachte stem sprak het goed gevoel tot haar
tijd tikte op haar schouder
ze kon de druk weer aan
© Merel
mijn woorden nemen vakantie
het dichten wordt opzij gezet
wie ben ik om neen te zeggen
gevoelens mogen even rusten
emoties kiezen een adempauze
geef mij maar even stilte
ik zoek een plekje in de natuur
om even mezelf terug te vinden
dan kom ik zaterdag heel zeker
met weer een nieuw gedicht
© Merel
jongen
hoor je niet hoe de merel fluit
en je naar buiten lokt
veeg de slaap uit je ogen
stop die nare droom
de boze man is heus niet echt
spring maar uit je bed
en rek je nog eens lekker uit
merel staat je op te wachten
samen vliegen in de blauwe lucht
onder haar vleugels ben je veilig
geloof me en ken geen angst
ze neemt je mee naar de plek van de herinnering
nog heel even
het verleden is plots zo dichtbij
welkom lieve jongen
welkom in het land van het licht
© Merel
vergeten stond in het rood geschreven
in het grote boek van haar herinnering
lopend op de wolken fantaseerde ze over toekomst
toen de liefde voor het eerst zijn pijlen schoot
hij en zij tot in de eeuwigheid
een droom die stuk sprong
in haar angst om zich te binden
jarenlang probeerde ze niet te denken
pijn nestelde zich in haar gedachten
ze verschrompelde tot een vrouwtje –
echt niet meer te herkennen
geschrokken door het onverwachte
kwam ze na al die jaren
haar eerste liefde zo maar tegen
niet wetend liep hij haar voorbij
haar hart was vol verlangen
maar twijfel had haar in zijn greep
waarom durfde ze niet gewoon te vragen
zeg eens, ken je mij niet meer
© Merel
weggaan
is de laatste woorden op tafel leggen
een stukje van je zelf achterlaten
de sfeer van de kamer opsnuiven
langzaam het licht uitdoen
hoopvol uitkijken naar
© Merel