Ik ben weg

ik ben weg wuif je naar je kamergenoten
en je stap lijkt me ineens een tikkeltje sneller
 
niet zo gehaast roep ik je toe
je kleding moet nog uit de kast
maar je bent echt niet bij te houden
en ja ik begrijp je wel
 
zo lang daar bij die witte jassen
ze zijn lief dat geef je toe
maar zo veel liever ga je nu terug naar huis
 
           © Merel

Wat bloemetjes

nu  in dat ene kamertje
ver weg van lente sprokkels
de geur je niet kan bekoren
 
heb ik in je tuintje wat bloemetjes voor je geplukt
ze staan in al hun eenvoud
op je nachtkastje te pronken
 
en ik
ik weet heel zeker
dat het je een klein beetje gelukkig maakt
 
                ©  Merel

Wat zand

er valt wat zand uit mijn schoenen
zo lang niet meer gedragen
en ik duik voor heel even
tussen de golven van het strandverhaal
 
er spiegelt zich een glimlach op het water
als een streel zacht maan gemijmer
wikkelt ze de zee in de armen van de nacht
 
jij en ik op de pier van ons geluk
onze adem die rust uitstraalt
op de zoen lippen van een fluisterend slaapwel
 
            © Merel

Dag papa

dag papa
hier ben ik weer
ik geef je een kusje
lukt het een beetje vandaag
 
wat zie ik
je ligt weer in dat grote bed
waarom niet in de zetel
je moet bewegen heb ik je gisteren nog gezegd
 
gelukkig staat er nu een rollator
kom ik ga met je mee
samen op de gang
zodat je benen sterker worden
 
alleen opstaan lukt je bijna niet
je bent zo wankel
ik lees angst in je ogen
kom aan we gaan ervoor
 
ik weet het
de koorts heeft je verzwakt
maar je moet erin geloven
samen zijn we sterk
 
dag papa
tot morgen dan kom ik weer
en je weet het ik heb je iets beloofd
een lekker bakje friet breng ik dan voor je mee
 
           ©  Merel

Op de schommel van de regenboog

we schommelen verder op de schommel van de regenboog
voelen ons gesterkt door de schittering van zijn kleurenpracht
 
kijk fluister ik
het lijkt wel een knipoog van de zon
we grijpen naar haar hand
maar ze lijkt net iets te ver weg
 
het geeft niet zeg je
voel eens hoe ze me verwarmt
alsof zachte kriebelingen
als krachtvoer door mijn lichaam stromen
 
               ©  Merel

Regenboog van hoop

daar op de regenboog van hoop
halen we herinneringen op
we zweven op de schommel van het goed gevoel
kneden een glimlach in weet je nog die ene keer
je maakt zelfs weer grapjes
en de koorts hebben we onder het bed geschopt
alleen je benen struikelen in het niet meer kunnen
en je kracht zit niet begrijpend naast je in de zetel
 
gelukkig zijn er nog de witte jassen
en de zon die donkere wolken lichtgevend maakt
 
              ©   Merel

Voor mijn vader

nu witte jassen mijn vader weer verzorgen
bonkt onrust aan mijn deur
ik kijk naar hem
daar in de zetel naast zijn ziekenhuisbed
de kracht die langzaam uit zijn lichaam stroomt
nu ben ik zijn grote dochter
en hij mijn kleine vader
 
komt het nog goed vraag ik aan de wind
en ik huiver in het niet weten
 
je weet maar nooit fluistert een regenboog
vandaag leek hij toch precies een beetje sterker
en zijn verwarde woorden die al eens ontsnappen
weet je wel op de juiste wijze op te vangen
 
ik blijf erin geloven zeg ik met stille stem
maar ik zou zo graag voor heel even
nog eens zijn kleine meisje willen zijn
 
            © Merel