Nu het jurkje

nu het jurkje tussen de takken hangt
wellustig gluurt
zich afvraagt waarom het omhulsel
niet meer mijn lichaam streelt
en vogels van verstomming zwijgen

valt een appel uit de boom
met kaken die nieuwsgierig blozen
en stiekem blikken werpen
dicht bij het hof van eden

hoe twee lichamen liefde dichten
naakte lijven de zomer vlechten
met lippen die sensuele woorden fluisteren 

de geur van verschroeide huid
zinnenprikkelend ademt
de weg wijst naar mijn warme heuvel
en jij glijdend in mijn appelhuis verdwijnt

            ©  Merel

Yasmine

dood
kronkelt het in mijn gedachtegang
en verstomming
botst tegen de wanden van mijn niet begrijpen

werd  je zo moe van al het voelen
vonden je tranen geen stroom
zat je op een eiland van verdriet
alleen en zonder warmte om je heen
kermden er nevelslierten in je ziel
die het donker in je kraakten
voor eeuwig en altijd

vandaag vallen zwarte letters
uit een helderblauwe lucht
kleurt een zomerdag in droevige tinten
kreunen zinnen
en schreien woorden in alle stilte je naam

                     ©  Merel

Dicht in het geel

je dicht me in het geel
met een jurkje dat net een ietsje meer laat zien
en een zomer die zwoele nachten bloost

met verleidelijke zinnen lok je me maar buiten
blote benen
voelen hoe je als een zomerwindje
vinger walsend mijn benen streelt

je hongerige ogen
zoeken voedsel bij mijn borsten
en je mond mijmert plekjes
die gulzig mijn lijf verkennen

we dichten vuurvonken
die als een verzengende hitte in ons bliksemt
rennen naar onze appelboom
waar je met een wild gebaar
mijn jurkje tussen de takken gooit

             ©  Merel

Ademvlechten

je hebt wat ademvlechten voor mij bedacht
gedompeld in het licht van avondrood
ik zie hoe maanzinnen roerloos zwijgen
alsof ze wachten op het mysterie van het zielsverbonden zijn

mijn mond opent vrouwenhunker
die lippen op je lichaam dicht
het liefst van al wil ik je buik beroeren
en schoot ontvangend vlinderen in de nacht

               ©  Merel

Appelwoorden

of je nog wat appelwoorden voor me dicht
er bloost geen verlangen meer in de boom
en de vogels die ooit de kruin versierden
verliezen pluimen alsof heimwee naar beneden dwarrelt

ik moet niet bang zijn lees ik in je zinnen
en tussen de regeltakken
fluisteren fruitvliegjes hoe ik nog mag hongeren

je hebt een liefdeskorf voor me klaargezet
gevuld met blikken die naar me hunkeren
wat rijpe vruchten die naar zomer smaken
en wellustig van het naakte lichaam proeven

           ©  Merel

Vandaag ontmoette ik een dichter

vandaag ontmoette ik een dichter
ik zag hoe hij het maanlicht niet echt begreep
zich wanhopig vastklampte aan een windvlaag
en zijn laatste letters zachtjes schreiden
nu ze geen schakels vonden van verbonden zijn

ik had nog wat poëzie in mijn ogen
en mijn huid tintelde zinnen
wat lichtflitsen die uit hun schaduw traden

ik nam hem mee naar die ene kamer
waar droombeelden verleidelijk naar hem keken
kleedde het maanlicht uit
en vroeg of hij het nu begreep

             ©  Merel

Of een schoot

of een schoot zinnen bloost
als appelvelden in het rood
haar holte opent
en koortsverlangen een minnaar hunkert

er is wat zaad
dat vruchtdromen oogst
stroomversnellend bijna zichzelf verliest

en jij die wat nachtsterren fluistert
ik die begeren kleur
in het bewegen van een vrouw

     ©  Merel

Leesbloemen

je hebt wat leesbloemen voor me meegebracht
als een stil zwijgen blozend in het geel
het hunkeren naar dagen die de zomer verleiden
en vuurlinten die vonken sprokkelen

ik blader in je kelkblaadjes
ontdek mannenogen met een lichtglans
waarin zich droom verlangen nestelt
en aan je lippen groeien vruchtzoenen
nog even lijken ze te zeggen 

je meeldraden rekken zich wat uit
als vingers
die een lichaam willen strelen

ik vleugelslag dicht bij jou
en vraag of ik je vlinder mag zijn

         ©  Merel

Ik bloemlees

Ik bloemlees voor jou de nacht

met vlinders die een vleugelslag dansen

in het blauwe van vergeet-mij-nietjes

 

en ik heb wat maandicht voor jou bedacht

als vingers die aftastend

wat warme adem in je schoot fluisteren

 

zodat je rustgevend je vloedlijn achterlaat

zo moe van je stroom gedachten

mag het sluimeren in de schaduw van wat sterren

 

ik breng voor jou een deken

met ogenblikken die gemoedsrust zaaien

knipoog huidverlangen

 

en dicht morgen voor jou

een vrouw die om je geeft

            ©  Merel 

Ik bloemlees

Ik bloemlees voor jou de nacht

met vlinders die een vleugelslag dansen

in het blauwe van vergeet-mij-nietjes

 

en ik heb wat maandicht voor jou bedacht

als vingers die aftastend

wat warme adem in je schoot fluisteren

 

zodat je rustgevend je vloedlijn achterlaat

zo moe van je stroom gedachten

mag ze sluimeren in de schaduw van wat sterren

 

ik breng voor jou een deken

met ogenblikken die gemoedsrust zaaien

knipoog huidverlangen

 

en dicht morgen voor jou

een vrouw die om je geeft